Social
Distancing: de term is intussen onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen het
Covid-19 virus. Als maatregel tegen de versnelde verspreiding van het virus,
vraagt de overheid de burgers om het principe van ‘social distancing’ toe te
passen: zoveel mogelijk thuis blijven. Wie toch noodgedwongen buiten komt,
wordt gevraagd van een afstand van 1,5 meter te respecteren.
De mens,
van nature uit een sociaal wezen, wordt door de maatregel gedwongen een plotse
gedragsverandering door te voeren. Onderzoek wijst uit dat niet alle
bevolkingsgroepen hier even vlot mee om kunnen. Ondermeer bumperklevers hebben
de grootste moeite om zich aan te passen.
Bumperklevers hebben de grootste moeite met de 1,5 meter-regel. |
Gianni
Cortreyders, notoir bumperklever uit Oedelem, weet sinds enkele dagen geen
blijf meer met zichzelf. Hij voelt zich gekleineerd en gediscrimineerd. “Ik
word door de overheid momenteel stevig beperkt in mijn bewegingsvrijheid, die
essentieel is voor de uitoefening van mijn hobby”, verklaart Cortreyders. “Ik
begrijp dat men dit virus dient te bestrijden, maar mag een mens wel nog een
beetje genieten intussen ook? Mensen die houden van wandelen, schilderen of een
muziekinstrument bespelen, kunnen wel nog perfect hun hobby beoefenen. Wij bumperklevers
worden momenteel psychologisch veel zwaarder belast.”
Voor
Cortreyders is de verwachte gedragsverandering een aartsmoeilijke opgave. “Gemiddeld
houd ik 67 cm afstand. Nu zou ik op 1,5 meter moeten blijven? Dat is meer dan
het dubbele! Extremer moet het echt niet worden.”
Er
zijn echter ook bevolkingsgroepen die geen enkele moeite hebben met de afstandsregel.
Voor de neonazi’s is er geen vuiltje aan de lucht. “In praktijk verandert er voor
ons inderdaad niets”, bevestigt neonazi Dolf Schweinpickel. “Tijdens onze beruchte
marsen houden wij sowieso altijd 1,5 meter afstand van elkaar. Dat is net de ideale
tussenruimte om onze rechterarm vooruit te strekken.”